Gelukkig hebben we
weidse woorden
heilige gedachten
en gewijde handen.
Wij putten de kracht uit
het plechtige doopvont.
Op onze gezegende knieën
stijgen we op.
Jouw woord is niet mijn
kwelling.
Jouw daad dooft niet mijn
geest.
Jouw lot brengt mij geen
onrecht.
Jouw waarheid geen wanhoop.
Mijn Lief, liefde is geen
evidentie,
concurrentie bestaat niet,
bezit of hiërachie al
evenmin.
Liefde is een klanknoot of
meerdere.
Mijn Lief, stap in de
koets,
een schim zal je trekken
naar een ongewis einde
van een donkere nacht.
Vragen blijven vragen.
Antwoorden op vragen
blijven
vragen zonder antwoorden,
onzekere onzekerheden.
***
uit de bundel 'Als'
het drieluik gedicht:'Triumviraat'
deel 3 'Consider this 2/3' eerste deel.