Ek wil
die liefde van jou taal
die
klank van mooi woorde
die wind van klanke en kleure.
Laat me nog 'n bietjie van jou kos.
Wag een
bietje.
Ik vraag
niet wie je bent.
Ik vraag
niet wat je bent.
Graag
zou ik zo wijs zijn,
jij
spiegel van mijn aangezicht.
De dood
zal ons niet scheiden.
Sy blare
vlieg stadig deur bibberende lug.
en bloeisels bloei in nagtelike kleure
sien wat vlieg paradeer
sê me
wat ookal en laat me geniet.
Ek wil jou stroomeisie wees.
Zijn wij
niet die statig eenheid,
de
fierheid van dezelfde fout.
Ik spreek met lof oor die mooi woorde.
die mij
ophitsen as die prikkelpop.
Maar ja
dat is geen nuuswaarde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten