We
verdiepen ons in diep blauwe ogen.
We
vluchten in eigen weerbaarheid.
We
sluiten elkaars geheime kamers af
onze
ogen verborgen voor elkaar.
We
talmen en wachten af
tot het
slot openbreekt en hoofdpijn
ontploft
van het wachten.
Doch we
voelen nog steeds
een
rijkdom van tedere verlangens.
Onze
ogen gesloten openen zich langzaam,
ontsluiten
zich voor een diepere feitelijkheid.
En dan
is er dat beklemmende gevoel
elkaar
te benoemen.
Het is
onze soevereine vrijheid,
het alleenrecht,
elkaars
ogen gaar te koken
met onze
betrouwbare adoratie.
Gestaag
bouwen we aan ons litteken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten