vrijdag 18 mei 2018

Peter Goosens leest: 'What the fuck'



What the fuck

Er trekt een trein door het land. De koeien geven geen melk meer. De boer lacht niet meer. Hij ziet zijn geld voorbij gaan. Wat een lawaai, wat een stoom. Nee de boer is niet echt blij.

Er trekt geen kind voorbij. Er is geen gehuil, geen beweging, geen vuilbekkend geratel. De luie ouder praat niet meer. Waar zijn die lieve kindertjes gebeleven.

Er trekt een wolk door de lucht en nog één. En nog één in vele tinten grijs. Eén uit smeltwater en één van de fabriek op de hoek. Eén die vertrekt uit de aars van de buurman. En wat dan nog.

Er trekt een mens door de straat, niet in gedachten. Het lacht niet. Het ademt alleen maar op het ritme van de metronoom. Het kruist de handen of valt op de kieën. Dat is alles. What the fuck.

woensdag 2 mei 2018

Dichter bij onze ouders: boek en gedicht 'Moeder'

https://www.heimdall-poezie.nl/catalogus/dichterbijonzeouders/

Dichter bij onze ouders is een speciale bloemlezing naar aanleiding van Moeder- en Vaderdag 2018.
Maar liefst dertig dichters lieten zich inspireren door dit bijzondere thema: Nanna Dillen, Klaas de Graaff, Theo Koot, Mattie Goedegebuur, Boris Kanen, Joyce de Jong, Rachelle Hardes, Müriel Kasmin, Bianca Hazenberg, Hans Daalmeijer, Karin Smallegange, Sylvie Driessen-Schuttinga, Paul Bezembinder, Kurt Verwimp, Gerardo Insua Teijeiro, Anthonie Holslag, Sarah Buys-Deville, Erik F. Hemelt, Gerhard te Winkel, Kees Smits, Wilco Bosems, Marja Lely, Harry Oonk, Lucie van den Driessche, Rosella Bargiacchi, Kees van Meel, Minoun Essahraoui, Jolande van Lith, Anna Djerek, Peter Goossens, Hans F. Marijnissen en Alice van Breda.
Idee en redactie (deels): Nanna Dillen.

     .


    



    

Moeder

In je huid zit de tijd gebeiteld.
Jij gaf me brood, warme handen en zachte klanken.
Bij ochtenddauw, modder en tere woorden
putten we uit een dronken beker.
Je noemde me je allerliefste zoon.

‘s Avonds, de kaarten die je legde
werden door mij opnieuw gelegd.
Ik keek naar jou en je herkende mij niet.
De letters werden anders.
‘Waar zit je?’ vroeg je.

In mijn verloren tijd wachtte je
en vulde een koekendoos.
Je mond was geruisloos.

Stilzwijgend kijken we terug    
naar het vuur van onze relatie.
Een tragedie bij tijd en wijle.

En kijk de bloem die we samen dragen
toont zijn gekartelde blaadjes.
Het is goed zo.