zaterdag 5 december 2020

zaterdag 2 mei 2020

COVID-19: Dagboek van een bezetene ( deel 8)









We zetten de tocht voort
klimmen nog steeds
hopen het platteau te bereiken.
Maar dan zijn er de programma’s
cijfers, cijfers, cijfers
de schrijnende prijs.
De akelige taal.
Hebben we het platteau bereikt?
                                                              
Taal heeft een benauwdheid gekregen
en afstand ook.

Dan zijn er de programma’s.
Zoveel onbekende worden langzaam zichtbaar
beelden, beelden
krijsen, tieren, brullen, wurgen.
Oceanen tellen niet meer
en leeftijd al evenmin.
Er is geen wachtrij
alleen een stuwen
een onbegrensd moddergevecht
een onbegrensde taal.
De taal van de beugel
ja de beugel, de geldbeugel.
Carrara marmer maakt van mensen
in koninklijke gewaden - drenkelingen.
Mijn hart staat stil.
This is the USA.
He just loves two things:
This is fake news and the Black card.
Scherpe woorden
vollopende sportstadia
comateuse longlijders
mensen uit het volk.
Zij ketsen af tegen de mandel der onschuld.

Treinen lopen niet vol
ziekenhuizen overvol.
Stille snelwegen
wentelende insecten in rottende lijken
kreunende nabestaande.

Flikkerende reclames verlichten
een gedicimeerde beschavingen.

Ecuador telt zijn hongerdoden.
De ijshockey speler uit Wit-Rusland verdeelt zijn zielen.
Stokslagen in India en 1,4 miljard mensen.
Lockdown.
Japanse cijfers en een Olympische droom.
Gezondheidsbandjes van China.
Stille landen en gesloten grenzen.
Noord-Korea en zijn rustige miltairen.
De handen schuddende Bolsonaro..
Grauwen brandhaarden.

En bij god
wat met Afrika.
Mijn hart valt uiteen
ik vlucht, ruik de wind
bij elke vlaag een andere geur.

vrijdag 3 april 2020

COVID-19: Dagboek van een bezetene ( deel 7)



(foto: Fons Van der Vorst)






Aan de hemel geen vliegtuigstrepen.
Ik hoor een vogel verder op
een stap van een dame
een buurvrouw de was ophangen
sporadisch een wagen
en nog meer vogels.
Zelfs de aarde vind zijn rust
keert langzaam terug als een kuise kus.
De schrammen worden blootgelegd.
Krachtig blaas ik mijn adem uit.

Kijk een patrouille
controle.

We zetten onze tocht voort
houden een geheim afspraakje
bij de enige geopende zaak.
Mag ik je een ijsje aanbieden?
Het is dan ook niet voor niks
Dream-Ice.
We genieten,
bestijgen de trappen van de ivoren toren
vergeten even bloedzuigers
vertopte poriën
en letten niet op doornen.
De dag verstrijkt
en ook tijd speelt parten.
We luisteren naar de laatste hartslag
van een ondergaande zon.
We trekken ons terug
en hebben nieuwe geheimen opgebouwd.

Terug thuis.
De zon slaapt.
Het uur verandert
en ik slaap - alleen.

maandag 30 maart 2020

COVID-19: Dagboek van een bezetene (deel 6)



(foto: Fons Van der Vorst)





Ze krijgen allemaal dezelfde gezichten.
Italië, Spanje, Armenië, Hongarije, Georgië
Zuid-Afrika, Kameroen, Marokko, Iran
Guatemala, Paraguay, Zuid- Korea, Nieuw-Zeeland,
Nigeria, De Bahama’s, Uruguay, Canada
Rusland, Kroatie, Egypte, Mexico, Pakistan
Argentinië, Inda, Roemenië, Liechtenstein,
Chili, Togo,  Fillipijnen, Groot-Brittanië
Hong Kong, Japan, Aruba, China
Enzovoort, enzovoort, enzovoort.

En ja, Mister President
We have it totally under control.
One day, it’s a miracle, it will disappear.

Het paard van Troje trekt ten strijden
en ’t Ros Beiaard stelt zijn feest uit.
Helden zitten weggedoken
het groene veld in rust.
En toch, toch
de geldbuitel blijft hangen
voorzichtig.
Als een roos rozenblaadje
opgediend op een gouden dienblad.

En hoor
duizendende constant zoemende stemmen
zij aan zij
doorbreken de stilte in de burcht.

En zie
doemdenkers en machtsgeilen worden
plots voorzichtig.
Johnson, Johnson,
heeft hij zijn les geleerd?
Komt hij langs een andere deur naar buiten?

Yes Mister President,
kettingen drijven uw handen
de andere richting uit.
Of was het toch eigen inzicht?
Kijk Mister President hoe lichamen
meer en meer omarmd worden
verstrengeld zitten.
stemmen meer en meer klinken
als gorgelende galgen.
Waren jou nachten zwart?
Jou ogen bedwelmd met lavendelgeuren?
Hoor en luister naar
die zoemende stemmen.

zondag 29 maart 2020

COVID-19: Dagboek van een bezetene (deel 5)



(foto: Fons Van der Vorst)





En de nacht
hoe zal de nacht zijn?
Zwart?
Het is nu nog avond
niet gedaan.

Duizenden zielen verbonden
zo onbekend
online gedropt
van vergeten fotomateriaal
zoveel ongekende letters
en lopend beeldbehoeften
voor onbekende ogen
zoveel onbekende.
A rolling ball
I’m a part of the flood.
De zoveelste onbekende
langzaam meedeinend
langs online parken.
Dan te weten dat
de werkelijkheid mij niet nodig heeft.
De herinnering die blijft
is slechts een pluk uit de schaduw.

Ik weet het.
Ik heb geluk
een huis, een tuin
buren, een afstands aperitief
afwisselend de kinderen
zieke familieleden
wachtende kwaaltjes
en Europa.

Dan is er nog het kind
zo ver weg, Tasmanië
afgesloten.
Dat prachtig land.

Noch rivieren, bergen
zeeën, oceanen
spelen grenzen
landelijke, wereldlijke repatriëring.
Schuld bekennen kan niet meer.
De beul is onzichtbaar
niet altijd meedogenloos.
De beul eist het recht
van overleven op.
Een optie was er niet meer
vertrekken nu
voor de aarde het hooi verbrandt
voor de honger de grens sluit.                                          
Een stapel papieren roept.
Ingraven heeft geen zin
Christmaseiland wacht.

COVID-19: Dagboek van een bezetene (deel 4)



(foto: Fons Van der Vorst)





We worden wakker
de zon schijnt.
Vandaag geen cijfers
geen nieuws
geen politiek gezwets
geen beeld
geen vuurpijlen in de kop.
Het is rustig, zo rustig
koffie in de tuin.

Bijna is er het verlangen naar TV
naar dievengehoor.
                                                                       
’s Ochtends, ze slapen nog.
Ik werk, schrijf, ruim op
profiteer van de stilte.
Een berichtje hier
een berichtje daar.
Hey hoe gaat het ermee?
Direct antwoord
niet anders dan anders.
De nacht is goed geweest.
Hij was zwart.
Langzaam druppelen ze
een voor een beneden.
Het brood verdwijnt
we lachen
we drinken
en de ogen staan terug helder.
Het is grijpen wat je grijpen kan
uit eigenbelang.
Een zetel vol leven
een alfa en een omega
gevlochten lijven.
Tussendoor even live les.
Het kruis wordt samen gedragen
en dwazen wordt hun mond gesnoerd.
Mijn hart is gevuld.

De dag verstrijkt geruisloos
teruggetrokken in het kot.
Op tafel prijkt een bloemenruiker
vrijheid is een kostbaar goed.
Al het mijne is het uwe.

COVID-19: Dagboek van een bezetene (deel 3)



(foto: Fons Van der Vorst)





De aanslepende wachtende kwaaltjes
vermoeidheid.
Maar goed dat is van een andere orde.

De kinderen, die uitslapers
live les
en dan
niets of beter
gsm, laptop.
Vergeef ze, ze zijn niet meer
dan een jeugd door jou vergeten.
Kijk en hoor ze
ze ontkleden mijn gedachten
ze bieden aan
vullen mijn solitaire zienswijze
ze reiken mij de deugdelijkheid aan.
We wandelen onder strikt toezicht.
Verantwoordelijkheid noemen ze dat
het is wel maar kort
maar opluchtend.
De mensen, ze lachen
wuiven naar ons
en we kussen de zon.
Liefde is een kunst
zelfs op afstand.
We kussen de kracht van de zon.
Space enough.
Wat een rust
wat een lucht.

We openen de voordeur.
Doef!
Er zijn die muren
dat gevoel
en alsof het niets is
het herhaalt zichzelf.
Dat uur
dat verdomde uur
tik tak
de zacht voortglijdende tijd
de zachte oneindigheid.

Ik weet het.
Ik heb geluk
een huis, een tuin
buren, een afstands aperitief
afwisselend de kinderen
zieke familieleden
en wachtende kwaaltjes.

Dan zijn er die programma’s
de herhaalde doden.
& Pokken 300-500 miljoen.
& Denk aan Camus.
   De pest
   alleen in Europa al één derde.
   
& Cholera 140,000 per jaar.
& Malaria 400,000 per jaar.
& Of die oeroude ziekte Tuberculose
   1,5 miljoen per jaar.
& Tyfus 150,000 per jaar.
& Gele Koorts 30,000 per jaar
& Polio: onbekend.
& HIV: de ergste vijand
   35 miljoen.
& En dan niet te vergeten
   net honderd jaar geleden
   de Spaanse griep
   50-100 miljoen.
   
Maar we gaan door!

COVID-19: Dagboek van een bezetene (deel 2)



(foto: Fons Van der Vorst)





Het zindert.
Nee, nog niet na.
Het zindert.
Blijf in uw kot!
En nu?

Dan zijn er de vluchtende
de zoekenden.
Daar zit je dan
alleen gelaten.
Ja, ik weet het.
Ik heb geluk
een huis, een tuin
buren, afstands aperitief
afwisselend de kinderen
wachtende kwaaltjes
en zieke familieleden.

Er was dat uur
de eerste dagen, dat uur
en de fucking programma’s.
Dat uur
altijd dat uur.                                           
De zacht voortglijdende tijd
de zachte oneindigheid.

Onmogelijk deze volledige
desillusie te verhalen.
Wat blijft is eerst
de verhuis van zetel naar bed
en omgekeerd
de schok van leeggeroofde rekken
holle angstige ogen
beelden van gemaskerden
en elle lange bruine strepen op toilletpapier
de jagenden.
Wat blijft is de ontsmettende geur.
Vluchten kan niet meer.

Ik weet het.
Ik heb geluk
een huis, een tuin
buren, afstands aperitief
afwisselend de kinderen
wachtende kwaaltjes
en zieke familieleden.
Wat telt is
zeker niet denken.

Dan zijn er die fucking programma’s
levensverlengende dokters
en dillema’s
hoofden met bokalen
en echoënde stemmen uit ziekhuisbedden.

Thuis, eerste zonnestralen
koffie in de tuin.

Thuis, beginnen
beneden of boven
zwabber?