woensdag 20 november 2019

Eenzaad


Er is geroezemoes, altijd maar geroezemoes.
Ze praten zo vreselijk door elkaar.
Dus verstopt hij zich in de schaduw.
Dat wandelen vermoeid hem
al die mensen, zoveel druk
zo lastig, zo inspannend, zo uitputtend.
Daar houdt hij niet van.
Wel van de luchtspiegelingen die hij ziet.
Ze vibreren zo zacht op het ritme van zijn zien.
Dat is passie.
Daar trekt hij zich in terug.

Hij wandelt door tegen de avond.
Geleidelijk keert de rust terug
dus ook zijn hoofd.
Hij nadert de plek van aankomst
zijn hoofd bloeit
als de bloesem van een nachtbloem.
Een schim wordt hij
een deel van zijn luchtspiegeling.
Een paradijselijk gevoel.
Een traag voortschrijdende zwaan
in een tijdloze nacht.
De euforie toont zich
in zijn kloppende slagader.

Hij meet licht, nog even
stapt weer trillend terug in zijn alleen staat
tussen het vruchtloze beton in zijn hoofd
en word één met zijn luchtspiegeling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten